Verslag van de Provero bijeenkomst inzake de resultaten van de praktijkproeven van de nieuwe standaarden van de Omgevingswet
Op dondermiddag 14 december 2017 waren we te gast bij de gemeente ’s-Hertogenbosch voor een bijeenkomst over de resultaten van de praktijkproeven van de nieuwe standaarden van de Omgevingswet. Met ruim 30 aanwezigen was het een druk bezochte bijeenkomst.
Met het ontwikkelen van de digitale onderdelen van de Omgevingswet, komen er ook nieuwe standaarden. Deze standaarden worden STOP-TPOD genoemd en vormen de nieuwe RO Standaarden in een Omgevingswet-jasje.
De standaarden moeten (uiteraard) de praktijk van vergunningverlening, beleid en visievorming kunnen ondersteunen. Dit leidt tot de vraag of de huidige standaarden goed te gebruiken zijn in de praktijk. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag, zijn in de periode juli t/m oktober 2017 bevoegd gezagen, adviseurs, softwareleveranciers en andere betrokkenen van de standaarden aan de slag gegaan. Aan de hand van een negental praktijkvoorbeelden zijn de standaarden beproefd.
Tijdens de themabijeenkomst van Provero ging Eric van Capelleveen (projectleider van de praktijkproeven) eerst in algemene zin nog even in op de STOP-TPOD standaarden en daarna op de verschillende praktijkproeven. De eerste ervaringen met praktijkproeven zijn positief. Het brengt de discussie op gang en het is een platform om ideeën en zorgen te kunnen uiten.
Aansluitend werd ingegaan op een aantal van de praktijkproeven.
Gijs Koedam ging in op de praktijkproef ‘van IMRO-bestemmingsplan naar TPOD-omgevingsplan’. Getoetst werd of het mogelijk is een IMRO-gecodeerd bestemmingsplan (geautomatiseerd) om te zetten naar een Omgevingsplan volgens de TPOD-standaarden. Korte conclusie is dat dit niet geautomatiseerd lukt. Wel is er veel zinvolle discussie geweest en zijn er veel zaken besproken die mee terug genomen kunnen worden in de eigen organisatie.
Lieuwe Koopmans ging in op de praktijkproeven ‘Opstellen van een omgevingsverordening’ en ‘koppeling met de LVBB”. De huidige omgevingsverordening van de provincie Gelderland is daarbij ‘slim’ gemaakt door annotaties aan te brengen in de tekst. Conclusie is dat dit lukt en dat het ook mogelijk is om deze verordening vervolgens aan te leveren bij de LVBB. De test met uitwisselen met de LVBB is gelukt.
Na de test met het handmatig ‘slim’ maken van de omgevingsverordening is er een voorkeur voor het verplicht stellen van een aantal annotaties aan de hand van een gesloten lijst. De vrijheid moet bij de annotaties worden ingeperkt, omdat het ‘slim’ maken van de tekst anders niet goed mogelijk is. Ook is het advies om tekstuele verwijzingen naar gebieden niet mogelijk te maken (dus in de tekst bijvoorbeeld niet verwijzen naar ‘ten noorden van…’ omdat hier geen werkingsgebied aan gekoppeld kan worden).
Tot slot ging Gij Koedam nog in op ‘APV en overig beleid in het omgevingsplan’. Doel van de praktijkproef was om te testen of de standaarden bruikbaar zijn voor regels uit overig beleid en dan met name de APV. Conclusie is dat de standaarden hiervoor geschikt zijn.
Een van de zaken waar men tegenaan liep bij de proef, zijn de werkingsgebieden. Wat is de begrenzing van bijvoorbeeld het begrip ‘openbaar water’ of ‘openbare plaats’. Aan het Ministerie is gevraagd een lijst te maken welke onderdelen van de APV in een omgevingsplan mogen worden opgenomen, mogelijk kunnen worden opgenomen of niet in een omgevingsplan passen. Aan VNG-Realisatie is gevraagd een uniform voorbeeld voor een nieuwe APV te maken.
Kortom, weer een goede inhoudelijke bijeenkomst. De presentaties vindt u op deze website bij de downloads.
Comments are closed.